
Het blauwe meisje
‘Jij bent het,’ sprak Hij en Hij richtte zich tot mij, ‘jij bent het. Maak je bekend. Er is maar plaats voor één.’ Verpletterend, dwingend, onontkoombaar was Zijn stem. Ik was nummer één in de kosmos. De kosmos hoorde mij toe en was zonder raadsels. Ik was de redder van de mensheid. Uitverkorene. Onaantastbaar.
‘Maak je bekend.’ Ik schreeuwde de boodschap uit maar werd niet begrepen. Niet begrepen, helemaal niet, wel gegrepen en ondergebracht in een eng kamertje in een kliniek. Daar hoorde ik in de loop van de eerste nacht een stem die me vertelde: ‘Liefde is in alle dingen, niet alleen in alles wat huilt en lacht.’ Ik meende dat het de stem van het blauwe meisje was. Het kamertje leek me ineens iets minder eng.
Een jongeman ondergaat een erg verwarrende, existentiële ervaring. Hij weet geen raad met zichzelf en zijn omgeving, bestormd door beelden die de chaos groter maken. Enkel zijn herinneringen, aan onder anderen het blauwe meisje, houden hem recht.
Een confronterend verhaal dat niemand koud zal laten

Adriaan
Een vreemde en totaal onverwachte ervaring en de begrijpende houding van Anna, zijn vriendin, betekenen voor Adriaan dat de tijd gekomen is om alles en iedereen in de steek te laten. Met zijn fiets, zijn enige reisgezel, wil hij de zinloosheid van het leven ‘stuktrappen’ en aantonen dat het toeval niet bestaat. Een druk en veeleisend programma.
En dan is er nog de dood die hij wil doorgronden en die volgens Adriaan het denken overbodig maakt en die met geen enkele overtuiging rekening houdt. De dood is de zin van het leven. Het doorgronden van het wezen van de dood is geen gemakkelijke opdracht voor Adriaan.
Wanneer hij rechtstreeks geconfrontreerd wordt met de dood, lukt het hem wel aandachtig te blijven staan. Hij is dan de getuige die vol verwondering zegt wat hij hoort en ziet, die luistert maar ook heel af en toe heftig en emotioneel uit de hoek komt.